Wat is...
Dyslexie
Ontwikkelingsdyslexie is een stoornis in het leren lezen en spellen die niet verklaard wordt door cognitieve tekortkomingen, motivatieproblemen of door een tekortkoming in adequate leesinstructie. Ongeveer 3-10 procent van de bevolking heeft hier last van en worden als dyslectisch gediagnosticeerd . De stoornis is voor een groot gedeelte genetisch bepaald en kinderen van wie minstens één ouder en een naast familielid met dyslexie zijn gediagnosticeerd hebben 40 tot 60% kans om zelf later dyslexie te ontwikkelen.
Kinderen met ontwikkelingsdyslexie verschillen in hun vermogen om de leesprestaties te verbeteren. Er is weinig onderzoek dat een antwoord kan geven op de vraag wat precies maakt dat het ene kind met dyslexie vorderingen maakt in het leesproces en het andere kind niet. Bij ongeveer 20% van de individuen met ontwikkelingsdyslexie lukt het om voor de onderliggende leerproblemen te compenseren en bereiken ze een leeftijdsadequaat leesniveau als ze volwassen zijn . Meerdere factoren spelen een rol of kinderen met dyslexie vooruitgang zullen boeken bij het leesproces. Hier speelt bijvoorbeeld toegang tot leermiddelen en interventie een rol, en of het kind moeite heeft met meerdere factoren die met dyslexie te maken hebben zoals het snel serieel benoemen en tekortkomingen in de fonologische vaardigheden. Om zo vroeg mogelijk in de ontwikkeling steun en hulp te kunnen bieden is het daarom belangrijk om vroegtijdig dyslexie te herkennen.
Dyscalculie
Dyscalculie zou je hetzelfde kunnen uitleggen als dyslexie maar dan voor cijfers en formules. Men spreekt over Dyscalculie als een kind een hardnekkig rekenprobleem heeft dat niet verklaard wordt door cognitieve tekortkomingen, motivatieproblemen of door een tekortkoming in adequate rekeninstructie. Kinderen met een rekenstoornis zijn dus veel minder vaardig in rekenen en wiskunde dan men zou verwachten in relatie tot de goede ontwikkeling die ze op andere gebieden maken. Vergelijkbaar met dyslexie is dyscalculie ook een erfelijke stoornis en kinderen met familieleden die dyscalculie hebben, hebben een grotere kans om ook dyscalculie te krijgen.
Rekenstoornissen kunnen zeer verschillend van aard zijn. Dat is op zich ook niet verrassend, daar rekenen en wiskunde afhankelijk is van meerdere uiteenlopende vaardigheden. Hierbij hoort bijvoorbeeld tellen, getalbegrip, begrijpen van reken-taal, kennis van rekenhandelingen en het vertalen van een probleem in rekenhandelingen. Daarnaast wordt een beroep gedaan op allerlei cognitieve vaardigheden zoals leesvaardigheid, algemene probleemoplossende vaardigheden, concentratie en onthouden van informatie. Op elk genoemd gebied kunnen kinderen problemen hebben.